De Ziekenzalving (vroeger ook wel het heilig Oliesel genoemd) drukt Gods liefdevolle zorgen en nabijheid uit voor allen die ziek zijn. Het is een goede zaak als de zieke dit sacrament, waarin de handoplegging en de zalving van voorhoofd en handen centraal staan, ten volle kan meevieren. Inderdaad ‘vieren’, want uiteindelijk hebben wij gedoopten een leven te vieren dat sterker is dan ziekte en dood, een leven dat met de dood niet wordt afgebroken maar juist tot voltooiing komt. Dat neemt niet weg dat we hopelijk ook met dankbaarheid op ons aardse leven terugkijken, op al het goede en mooie dat we met anderen gedeeld hebben. En mocht er iets zijn dat die dankbaarheid overschaduwt, onze fouten en tekorten waar ook anderen onder hebben geleden, dat bestaat er nog altijd dat mooie sacrament van de biecht, dat ook het liefst met de ziekenzalving gecombineerd wordt, evenals de (laatste) heilige Communie (‘viaticum’). In dit geval wordt ook wel van de ‘laatste sacramenten’ gesproken.
Een afspraak om dit sacrament resp. deze sacramenten te ontvangen (‘bediend te worden’) kan men maken met de in ons cluster werkzame priesters. In verband met het zonden-vergevende karakter van dit sacrament is de toediening ervan alleen voorbehouden aan priesters; niet aan diakens, laat staan aan geestelijk verzorgers.