De parochie Melick is al eeuwenoud oud. Er zijn resten uit de Romeinse tijd gevonden en als ‘Mederiacum’ komt de plaats al voor op de route van de Romeinse heirbaan van Aken via Heerlen naar Xanten (itinerarium Antonini). Verder wordt ‘Malica’ genoemd als een van de Middenlimburgse plaatsen die Lotharius II aan de Utrechtse bisschop Hunger schonk (oorkonde van de Utrechtse bisschop Balderik van 24 juni 943).
Hoewel er aanwijzingen zijn dat de eerste (houten?) kerk van Melick bij de Steeg (nabij Genhof) lag, hebben de latere (stenen) kerken altijd op de kerkberg gestaan. Het feit dat de kerk en de parochie van oudsher aan St. Andreas (30 november) is toegewijd wijst op een band met de ‘kerkberg’ aan de overzijde van de Roer, van oudsher toegewijd aan (Andreas’ broer) St. Petrus (St. Odiliënberg). De hertog van Gulik, waartoe Melick en Herkenbosch tot aan de Franse tijd behoorden (bisdom Luik, dekenaat Wassenberg), bezat in Melick het patronaatsrecht, het recht om de pastoor ter benoeming voor te dragen.
Eeuwenlang hebben Melick en Herkenbosch één pastoor met elkaar moeten delen, hetgeen ook lang voor onduidelijk heeft gezorgd wat nu eigenlijk de kerkelijke status van Herkenbosch was: evenals Melick een zelfstandige parochie (kwartkapel) of ‘slechts’ een hulpkerk van Melick? In 1758 werd de band met Herkenbosch al wat losser (vicaria-curata) en in 1795 (vlak vóór de Franse tijd) helemaal doorgeknipt. van 1801/1802 tot 1821/23 behoorde de parochie tot het bisdom Aken.
Van oudsher wordt in Melick – net als in het nabijgelegen Duitse bedevaartsplaatsje Ophoven – de H. Agatha (5 februari) vereerd. In 1867 werd de eerste steen voor een nieuwe, neogotische kerk gelegd, een ontwerp van de bekende architect Pierre Cuypers die de eerste plannen ervoor al in 1853 tekende. De bouw begon het priesterkoor. De oude kerk werd beetje bij beetje afgebroken en langzamerhand door nieuwe delen vervangen. Zo dateerden de zijbeuken, die aan de blijvende hoofdbeuk werden gezet, pas uit de jaren 1882-1884 (uitvoerder architect en leerling van Cuypers, A.C. Bolsius) en de toren uit 1891 (uitvoerder architect Joh. Kayser). Het metselwerk van de vroeger toren bleef staan, maar werd verhoogd van 15 op 22 meter, de vierzijdige lage spits werd vervangen door een achtzijdige van 13 meter hoogte. Deze “weinig zeggende, eenvoudige dorpskerk” (Van Rijkswijck) werd in 1894 geconsacreerd.
Het was deze kerk die begin 1945 ten prooi viel aan oorlogsgeweld. Nadat in 1949 al aan de Dorpstraat een noodkerk was gebouwd (die later als parochiehuis in gebruik genomen zou worden) kwam in 1956 de huidige St. Andreaskerk aan de Kerkstraat gereed. Een van de luidklokken behoort tot de oudste van ons land (1337). Tot de parochie behoorden van oudsher ook de buurtschap Gebroek en (kasteel) Schöndeln die echter in 1939 aan Roermond werden afgestaan. De buurtschap Waterschei behoort nog altijd tot (de parochie) Melick.
Het oudste gedeelte van het parochie-archief werd in 1992 aan het Roermondse gemeente-archief overgedragen. De inventaris is digitaal raadpleegbaar.
Kerkelijke (DTB-)registers worden sinds 1649 gevoerd. De oudste zijn digitaal raadpleegbaar.
P. Gootzen: Het voetspoor van St. Andreas, uitgave b.g.v. de jubileumfeesten ’25 jaar kerk’ van de St. Andreasparochie Melick (1981) – nog verkrijgbaar